Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Efraïm-gebergte, -woud

betekenis & definitie

Het gebergte Efraïm is de Noordelijke helft van het geheele Westjordaansche hoogland, dat zich uit de vlakte Jizreël of Esdralon bij het tegenwoordige Dschenin, Dschinea verheft, een vijftien uren breede, maar door bergtoppen en dalen, die naar de Jordaan, en nog meer naar het laagland aan de zee heenloopen, veelvoudig doorsnedene vlakte vormt en tot Hebron allengs tot een hoogte van 3000 voet stijgt, om van daaruit weder spoediger naar de woestijn te dalen. Het gebergte Efraïm loopt van de grenzen van den stam tot Bethel.

Op de andere Westelijke zijde vormt de Wady Hamina of Ismaïl, die in een wijde bocht van de nabijheid van Jeruzalem af, Zuid-Westelijk loopt, een natuurlijke grens, binnen welke ook vele later tot Benjamin behoorende plaatsen Ramathaïn Zofim (1 Sam. 1 : 1), Kirjath Jearim, Gibeon, Ramah enz. nog Zuidelijker lagen dan Bethel; vandaar dat Debora (Richt. 4 : 5) tusschen Rama en Bethel nog op het gebergte Efraïm woont. Steden in het gebergte Efraïm waren verder: Thimnath-Serah, Jozua’s erfdeel (Joz. 19 : 50), Sichem (Joz. 20 : 7; 21 : 21 ; 1 Kon. 12 : 25; 1 Kron. 7 : 67 enz).

Enkele daartoe behoorende bergen zijn: de Noord-Oosteiijke voormuur, het gebergte Gilboa; de Noord-Westelijke tegenover de zee, de Karmel; verder Zalmon, Ebal en Gerizim, Schomrond. i. Samaria.

Het geheele gebied was en is nog heden vruchtbaar en liefelijk (Jer. 50 : 19); tegen het Zuiden worden de bergen steiler en rotsiger, de dalen enger. Het woud Efraïm, een gedeelte van het gebergte, moest eerst aan de Ferezieten en reuzen ontnomen worden (Joz. 17 :15), evenals aan de Kanaänieten in het dal (Jizreël), die ijzeren strijdwagens hadden; het lag dus wel in ’t Noordelijk gedeelte.

Daar werd Absalom geslagen (2 Sam. 18 : 6) nadat Joab uit het Oost-Jordaanland, waar David was, hem tot den aanval was tegemoet getrokken. Dit is ook aangeduid door den weg over de Jordaanstreek (2 Sam. 18 : 23), welken de bode maakte om tot David te komen.

< >