Onder het eeuwig leven verstaan wij de zaligheid die God na den dood aan de geloovigen schenkt. Het behoort tot de toekomende goederen, die door Christus verworven zijn, omdat Hij in de helsche angsten en smarten voor Zijn gemeente is ingegaan.
Eerst ontvangt de ziel, als zij tot Christus haar Hoofd opgenomen is, daarna eenmaal het lichaam in den dag der opstanding, als dit verheerlijkt opgewekt wordt, deel aan het eeuwig leven. Dit eeuwig leven bestaat in de volkomen gemeenschap met God, waarvan de vreugde en zaligheid in dit leven reeds door den geloovige bij aanvang worden genoten.