I. Aan den tempel (2 Kon. 25 : 18).
II. Aan de huizen, bij de Israëlieten gewoonlijk vrouwelijke (Joh. 18 : 16 v.; Hand. 12 : 13), bij de Romeinen en Grieken in den regel mannelijke, in de alleen bij Marcus (hfdst. 13 : 34) voorkomende gelijkenis, waar men aan zoodanige heeft te denken, die niet alleen voor zichzelven, maar ook voor anderen hebben te waken, herders, leeraars, huishouders van Christus (1 Cor. 4:1).
III. Bij de schaapskooien. Bij dezen placht een gewapende knecht in den nacht de wacht te houden tot afkeering van roovers en wilde dieren; aan den morgen kwam de herder, werd door den deurwachter binnengelaten en riep het schaap, dat de kudde vooraanging.