Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Contributie

betekenis & definitie

Het woord contributie is van het Fransche contribution, (Latijn contributio = gelijkmatige verdeeling, vandaar een gelijkmatig verdeelde bijdrage), afkomstig. In de middeleeuwen was contributie de belasting, die een schatplichtige òf voor den oorlog, òf voor brandschade moest opbrengen.

De belastingen voor den oorlog werden oorlogslasten en die voor de brandweer brandschatting genoemd. Zoo zegt Fruin in zijn Geschr. 2, 111, dat door Lodewijk van Nassau in 1568 van de rijke boeren contributiën en van de armere een deel van hun voorraad afgevorderd werden.

Onder contributie zijn of zitten beteekende dus: aan schatting of belasting onderworpen zijn.Sinds het opbloeien van het vrije vereenigingsleven wordt het woord contributie gebruikt om de gelijkmatig verdeelde bijdrage der leden van een of andere vereeniging aan te duiden. „De jaarlijksche contributie bedraagt voor de leden 2.50 gulden en voor de begunstigers minstens 5 gulden”.

Ook wordt het woord op kerkelijk terrein gebezigd. Kerkelijke contributie, bijv. bij de Gereformeerde kerken in Nederland, is dan de vrijwillige bijdrage, die de leden naast of in plaats van de kerkcollecten voor het kerkelijk leven bijdragen. De bepaling van het bedrag der contributie geschiedt geheel vrijwillig of bij wijze van hoofdelijken omslag, bijv. naar den maatstaf der gewone belasting. Deze hoofdelijke omslag mag echter niet het karakter aannemen van dwang, maar moet een onderlinge regeling blijven, die vrijwillig wordt aanvaard. De gemeente van Christus in het Nieuwe Testament is mondig en moet uit vrije beweging des harten het verplichte onderhoud voor den kerkedienst samenbrengen.

< >