beteekent behoudend. Men gebruikt het woord van personen of richtingen, die beslist aan het oude willen vasthouden en die de gebreken van het oude niet zien.
Veelal is hier gemakzucht in het spel: men wil de moeite niet doen zich met het nieuwe in te laten; een ander maal de vrees, dat het nieuwe eigen invloed breken of verminderen zal. Wie aan het oude vasthoudt, omdat hij het welbewust en op goede gronden beter acht dan het nieuwe, mag niet conservatief worden genoemd.
De Conservatieve partij was de partij in de staatkunde, die omstreeks het midden van de vorige eeuw maar liefst alles bij het oude liet en die zoowel door Groen van Prinsterer als door de liberalen werd bestreden.