Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Common Prayer Book

betekenis & definitie

(d. w. z. gemeenschappelijk gebedenboek) is het boek, waarin de kerkdienst in de Anglicaansche kerk geregeld is voor morgen- en avonddienst van iederen dag gedurende het geheele jaar. Daarin is de historisch geworden vorm der oude kerk blijven voortleven.

Onder koning Eduard VI is het in 1549 door het Parlement vastgesteld. In 1552 is het, op raad van Calvijn en anderen, meer in Gereformeerden zin herzien; waarbij Bucer en P.

Martyr hielpen. In 1559 onder Elisabeths regeering is het opnieuw herzien, om het voor Roomschen aannemelijker te maken.

Latere herzieningen gelden meer formeele dingen (b.v. in 1751 met het oog op de 1 Januari 1752 door Engeland aangenomen Gregoriaansche tijdrekening), totdat in 1871 de tabel der te lezen Bijbelboeken geheel werd herzien, (de Openbaring kwam er bij, en van de Apocriefe boeken minder) en in 1872 ten opzichte van de godsdienstoefeningen nadere regeling werd getroffen.De gewone morgendienst is aldus: de geestelijke leest verschillende spreuken uit de Heilige Schrift, ter voorbereiding van de vermaning tot boete, na welke geheel de gemeente knielend haar zonden belijdt en om vergeving bidt, waarna de priester staande de absolutie afsmeekt, door het „amen” der geknielde gemeente besloten; daarna knielt de priester en allen bidden het „Onze Vader”, en een kort antifoon (beurtzang), waarna allen opstaan en een „Gloria” antifonisch aanheffen. Nu wordt Ps. 95 met een „Gloria” gezongen en de voor dien dag bepaalde psalmen (die eens in de maand doorgezongen worden) aangeheven en weder besloten met een „Gloria”. Alsdan wordt gelezen een gedeelte uit het Oude Testament (voor iederen bepaalden dag zoo geregeld, dat het in een jaar doorgelezen wordt, terwijl voor zon- en feestdagen bepaalde gedeelten zijn vastgesteld), waarop een Te Deum of Bénédicité met Gloria volgt, en een gedeelte uit het Nieuwe Testament, waarop het Benedictus (Luc. 1 : 68—79) of Jubilate (Ps. 100) met Gloria volgt. Hierna wordt de apostolische geloofsbelijdenis gemeenschappelijk staande gezegd. Vervolgens knielen allen. Na de begroeting wordt het „Onze Vader” gebeden, de priester staat op en antifonisch wordt het smeekgebed (de litanie) gedaan, gevolgd door drie gebeden : voor den bepaalden dag, om vrede en om genade ; er wordt een gezang aangeheven ; daarna wordt gebeden voor den koning, en de koninklijke familie, en de geestelijken en het volk, en een derde gebed; waarna de zegenbede van 2 Cor. 13 volgt. — De avonddienst is in hoofdzaak dezelfde, behalve dat na de lezing uit Oude Testament Luc. 1 : 46—55 of Ps. 98 wordt gelezen en op die van het Nieuwe Testament Luc. 2 : 29—32 of Ps. 67 volgt. — De communie-dienst wordt door den priester gedaan bij den avondmaalsdisch, waar hij voor het geknielde volk bidt het „Onze Vader” en een gebed om heiliging ; verder leest hij de tien geboden, waarbij de gemeente telkens de bede opheft om vergeving en heiliging; dan wordt voor den koning gebeden, en het gebed voor den dag gedaan.

Staande wordt door de gemeente geluisterd naar de lezing van het bepaalde brief-deel, en evangelie-deel, en gemeenschappelijk de geloofsbelijdenis van Nicea gedaan. Daarna volgt de prediking of de homilie. Is zij ten einde, dan gaat de priester weder naar de avondmaalstafel, leest enkele teksten, onderwijl de gaven worden ingezameld, en zet het brood en den wijn op de tafel. Het gebed voor de strijdende kerk wordt gedaan. (Zondags tevoren is een der twee formulieren ter voorbereiding, naar dat de toestand der gemeente is, gelezen). Nu wordt het formulier voor de viering gelezen, en tot de avondmaalgangers het noodigingswoord gericht. Geknield wordt belijdenis van zonden gedaan, waarna de priester opstaat, de absolutie biddend geeft, en enkele troost-teksten leest, antifonisch wordt het „Sursum corda” gezegd, en na vermelding van de feeststof het engelenlied van Jes. 6 aangeheven. Daarna wordt geknield gebeden; dan volgt het wijdingsgebed met de woorden der inzetting, waarop de teekenen den geknielden in de hand worden gegeven en door dezen gebruikt.

Tot besluit wordt het „Onze Vader” bede na bede door den priester gebeden en door de gemeente herhaald; de dankzegging door den priester, en door allen een plechtig Gloria aangeheven, waarna de priester met een bijzondere zegenbede de gemeente laat heengaan.

Behalve die geheel geformuleerde diensten, bevat het boek de formulieren voor alle andere kerkelijke handelingen : als den doop der kinderen in de kerk (door onderdompeling of bij zwakken door besprenging, en met bekruising van het voorhoofd), den nooddoop in huis (die zoo mogelijk later in de kerk bevestigd wordt), en den doop der volwassenen; den catechismus; de confirmatie door den bisschop (door handoplegging); de huwelijksinzegening; het kranken-bezoek; de communie van kranken, in huis met gasten; de begrafenis; den eersten kerkgang der moeders; een bedreiging met Gods toorn over de zondaren bij het begin der lente en anders als het bepaald wordt; en eindelijk de formulieren ter aanstelling van diakenen, ter ordening van priesters en ter wijding van bisschoppen. Bovendien zijn er in opgenomen verschillende gebeden en dankzeggingen voor bijzondere nooden en omstandigheden, en een formulier der gebeden voor de zeevarenden. Het geheel biedt een liturgisch prachtstuk in den echten kerkstijl, waarbij alle persoonlijke vrijheid echter geheel aan banden is gelegd.

< >