Een rivier of beter nog een kanaal in het land der Chaldeeën, zooals in den tijd der ballingschap Babel genoemd werd. Aan dit kanaal vertoefde Ezechiël (Ez. 1 : 3).
Daar ontving hij zijn profetische gezichten, en daar woonden ook de Joden, die onder koning Jojachin weggevoerd werden. Uit de koopcontracten, welke gevonden zijn in Nippur, blijkt, dat Chebar dezelfde naam is van het bij Nippur voorbijstroomend kanaal Kabaru.
Uit de vele Joodsche namen, welke in die contracten voorkomen, mag men veilig besluiten, dat men hier niet mistast. Met den Mesopotamischen zijtak van den Eufraat, de Chaboras (Babylonisch Chabur) heeft de naam Chebar niets uit te staan.