Parijs, 1754; ✝ 1838, Parijs. Beroemd staatsman en diplomaat van hoofsche manieren, maar zonder principes.
Hij dient achtervolgens Lodewijk XVI, de revolutionnaire regeering (hij brengt echter de heetste dagen van de Terreur als émigré in Engeland door), het Directoire, Napoléon I. Maar Lodewijk X VIII en Karel X maken van zijn diensten geen gebruik.
Onder Louis-Philippe komt hij weer op den voorgrond. Van hem zijn de beruchte woorden: „De taal is den mensch gegeven om zijn gedachten te verbergen”, en „Geef mij drie regels schrifts van iemand en ik zal er een reden in vinden om hem te laten hangen”.