1772—1837, Fransch socialist die een stelsel ontwikkelde, dat gebaseerd was, niet op de samenwoning van één familie, maar van 1200 tot 1800 personen bij elkander van allerlei leeftijd en geslacht, in één gebouw (falanstère). Het bezit van den bodem was naar overdracht en erfenis verdeeld, en elk lid van deze gemeenschap bleef persoonlijk eigenaar van de in de gemeenschap ingelegde en door hem verworven goederen.
Het bestuur dat aan het hoofd van zulk een gemeenschap stond, werd gevormd uit de ouderen, en werd bij jaarlijksche verkiezing (met minstens 7/8 van de stemmen) aangewezen.Fourier streed met alle kracht tegen den dwang der maatschappelijke verhoudingen. Op ’t uitvoerigst was zijn systeem ontwikkeld in: Traité de l’associaton-domestique agricole, 1822, een eigenaardig werk, dat in moeilijk verstaanbare taal, en in nieuw geformeerde terminologie, naast een massa dwaasheden, ook diepzinnige gedachten bevat. Fourier was van meening dat zijn systeem door volk na volk zou worden aanvaard. De eerste proeven van uitwerking eindigden echter reeds in mislukking. Zijn discipelen, Considerant, 1841, Lemoyen, 1844, Hennequin en anderen hebben tevergeefs getracht het stelsel te verbeteren, en de bezwaren te ondervangen.