Het woord canon beteekent: regel, wet. Een canon der kerk is een regel die geldt voor de kerk.
De oude kerk beschouwde heel het leven van uit het gezichtspunt van het Woord en de wet Gods, die de regel of de canon was voor geloof en leven, en daarom waren ook de rechtsregelen, door de kerk opgesteld, uit religieuse gronden verbindend.De canones of de rechtsregelen der kerk zijn allengs ontstaan. Op de onderscheidene kerkvergaderingen hielden de vaders der kerk zich bezig met kwesties niet alleen van theologischen aard, maar ook met zaken, die de orde en de tucht, benevens het burgerlijke en het maatschappelijke leven raakten. Uit den aard der zaak scheidde men niet, ook zelfs niet in de terminologie, tusschen decreten of dogmatische leeringen en tusschen canones of rechtsregelen. In beide gevallen gaf toch het Woord Gods voor het volk Gods den regel aan. Wanneer in betrekking tot het maatschappelijke en het burgerlijke leven het Romeinsche recht niet bevredigde, stelden de concilies canones op, die,, in afwijking van het Romeinsche recht, de gedachten vertolkten, welke zij omtrent een bepaalde zaak in de Schrift meenden te vinden. Voor alle mogelijke kwesties van privaat-, straf-, wisselen handelsrecht zocht men de beginselen in Gods Woord en in de traditie. Zoo ontwikkelde zich naast het Romeinsche recht het canonieke recht.
De wetten van een kerkvergadering heetten tot op het concilie van Trente in het Westen in den regel canones, terwijl men de beslissingen in zaken des geloofs gewoonlijk dogmen noemde. Het Trentsche concilie evenwel duidde de vastgestelde geloofsleer aan met het woord doctrina (leer), de korte formuleering der leer met het woord canon, en de bepalingen van orde en tucht met het woord decreten. Slechts de canones en de decreten zijn de eigenlijke rechtsbronnen.
Ook de Leerregels van Dordrecht (1618/19) worden canones genoemd.