Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Buxtorf

betekenis & definitie

Beroemde familie van Oriëntalisten. Van 1591—1732 hebben verscheidene leden van dit geslacht het professoraat in ’t Hebreeuwsch te Bazel bekleed.

I. Johannes Buxtorf, de stamvader, 1564—1629, wellicht onder de Christenen de beste kenner van de rabbijnsche literatuur.

II. Johannes Buxtorf, 1599—1664, zoon en opvolger van den vorigen, verdedigde de oudheid der Hebreeuwsche punctuatie.

III. Johannes Jacobus Buxtorf, 1645—1704, zoon en opvolger van den vorigen, maakte groote reizen naar Nederland en Engeland, en nam naast het professoraat ook het bibliothecariaat waar.

< >