Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Buitenleden, -kerken, -classis

betekenis & definitie

Onder buitenleden van een Gereformeerde kerk verstaan wij zulke leden, die op een plaats komen wonen, waar geen Gereformeerde kerk is, en die zich daarom als buitenleden bij de kerk, aan wie de zorg over dat terrein is toebetrouwd, of, zoo dit niet geregeld is, bij de dichtstbijzijnde en gemakkelijkst te bereiken kerk, hebben laten inschrijven. Zij stellen zich door die inschrijving onder het opzicht van dien kerkeraad en hebben de geestelijke en kerkelijke rechten inzake de bediening des Woords, het gebruik der sacramenten enz. van een gewoon lidmaat.

Buitenkerken zijn zulke kerken, die liggen in een gebied, waar nog geen genoegzaam aantal naburige kerken zijn om een classis te vormen, en die daarom als buitenkerken bij een andere classis worden ingedeeld, en (voor zoover dit mogelijk is) in de voorrechten en verplichtingen der classicale kerken deelen. Zoo zijn de Gereformeerde kerken te Antwerpen en te Brussel als buitenkerken bij de Gereformeerde classis Dordrecht gevoegd; en zoo waren de Gereformeerde kerken van Europeanen te Batavia en te Soerabaja op Java, en te Medan op Sumatra, tot 1920 als buitenkerken bij de Gereformeerde classis van ’s-Gravenhage ingedeeld, die met haar van haar zaken moest oordeelen, haar met raad en daad moest dienen en met haar de correspondentie moest onderhouden.

En een buitenclassis is zulk een classis, die in een gebied ligt, waar geen meerdere dassen zijn, en dus geen particuliere synode kan samenkomen, en daarom bij een andere particuliere synode ingedeeld wordt. Zoo is de Gereformeerde classis Batavia, die sinds 1920 gevormd is en de Gereformeerde kerken te Batavia, Bandoeng, Djogja, Medan, Soerabaja, Semarang en Solo bevat, als buitenclassis bij de Gereformeerde particuliere synode van Zuid-Holland (Noordelijk Gedeelte) gevoegd, „met dien verstande, dat zij zoo mogelijk naar die synode afgevaardigden zende en de grenzen vaststelle, waarbinnen elke kerk zal arbeiden” enz.

< >