Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Broederliefde

betekenis & definitie

Broederlijke liefde (2 Petr. 1 : 7; Thess. 4 : 9; Hebr. 13 : 1) is te onderscheiden van de algemeene menschenliefde; deze omvat alle menschen, van welk geloof zij ook zijn mogen, ook de ongeloovigen, maar de broederliefde in ’t bijzonder de geloofsgenooten (vgl. Gal. 6 : 10; Rom. 12 : 13).

Moeten in ’t algemeen alle betooningen der liefde uit den grond des harten komen, zoo in ’t bijzonder de broederlijke liefde (Rom. 12 : 10; 1 Petr. 1 : 22, vgl. Ef. 4 : 2—4, 25).

De wortel der broederlijke liefde in het hart is volgens 2 Petr. 1 : 7 de godzaligheid. Het hart, dat onverdeeld God in Christus lief heeft, kan alleen ook de broeders vurig liefhebben uit een rein hart (1 Petr. 1 : 22; 4 : 8), terwijl eigenliefde en wereldliefde het hart voor de liefde Gods ontoegankelijk en geheel onvatbaar maken.

De broederliefde zelf echter groeit en breidt zich uit tot algemeene liefde. Wie de broeders liefheeft, omdat zij Christus toebehooren, die zal ook de wet van Christus willen vervullen: hebt uwe naasten lief als uzelven.

< >