Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Borst

betekenis & definitie

I. Aan de borst van Jezus lag Johannes (13 : 23), de discipel, dien Jezus lief had, gelijk hij zich zelven liefst, in plaats van zijn naam te noemen, aanduidt (21 : 20); want volgens de gewoonte der Oosterlingen, lag men aan den disch op een rustkussen, de voeten achterwaarts gekeerd, op de linkerzijde, zoodat de tweede zijn hoofd aan de borst van den eerste legde en daarom ook zeer gemakkelijk zacht met hem kon spreken.

II. Het slaan op de borst is volgens de levendige wijze van voorstelling der oosterlingen, de uitdrukking der treurigheid (Nahum 2 : 8), der verbrijzeling (Luc. 18 : 13), die bij den dood des Heeren ook het onverschillige volk aan den dag legde, waarmede het een aanvang maakte van de door den profeet Zacharia (12 :10) aangekondigde smart der boete over de verwerping van den Christus.

III. Daar de vrouwelijke borst de plaats is, waar de moedermelk wordt bereid, belooft de aan Jozef gegeven zegen van borsten en baarmoeder (Gen. 49 : 25) hem een vet land, waar zijn vee rijkelijk melk geven en zich sterk zou vermenigvuldigen. Figuurlijk wordt deze bron van moederlijke voeding gebezigd, wanneer in Jes. 60 : 16 de borsten der koningen Zion zullen zogen, d. i. wanneer het zich koningen tot een plicht rekenen en voor een eer achten, het getrouw te verplegen en te verzorgen. Het hemelsch Jeruzalem zelf (de Christelijke kerk) wordt in Jes. 56 : 11 („gij zult zuigen van de borsten harer vertroostingen,” enz.) voorgesteld als een moeder, die aan haar kinderen de borsten geeft, doordat zij hun de volheid van haar vertroosting en heerlijkheid geeft te genieten, waarmede tegelijk van het beeld tot de zaak zelve is overgegaan.

< >