is een stelling, die het eerst is uitgesproken door den Duitschen geleerde Ernst Haeckel (1834-1919). Deze was een aanhanger der evolutieleer of ontwikkelingsleer, volgens welke al de hoogere levende wezens, de mensch inbegrepen, geleidelijk in den loop der tijden ontstaan zijn uit lagere vormen.
Deze afstammingsgeschiedenis noemt men fylogenie. De ontwikkelingstoestanden, die een organisch wezen achtereenvolgend in langen tijd heeft doorgemaakt, kunnen niet verloren gaan, maar herhalen zich volgens Haeckel steeds in diezelfde volgorde, doch in veel korter tijd, gedurende de ontwikkeling van ieder individu afzonderlijk.
Deze groei van ei tot volwassen dier draagt den naam van ontogenie. Haeckel vatte het hier vermelde samen in zijn biogenetische grondwet die als volgt luidt: „de ontogenie is een verkorte en versnelde recapitulatie van de fylogenie”.
Of in eenvoudiger bewoordingen: gedurende de ontwikkeling van een dier voor zijn geboorte doorloopt het in korten tijd dezelfde toestanden, die zijn geheele stam in zeer langen tijd heeft doorgemaakt, om van allereenvoudigst wezen tot zijn tegenwoordige hoogte op te klimmen. Zoo heeft b.v. de mensch voor zijn geboorte een tijdstip waarin hij op een visch gelijkt, en derhalve moeten volgens deze wet visschen tot de voorouders van menschen gerekend worden.
Wijl nu de geheele afstammingsleer in de lucht hangt, hoewel de Engelschman Charles Robert Darwin (1809-1882) haar door zijn leer der natuurkeus heeft trachten te verklaren, en wijl een geleidelijke overgang van het eene dier in het andere nog door niemand is waargenomen, zoo blijkt dat de biogenetische grondwet noch een grondwet, noch zelfs een wet mag genoemd worden, maar niets anders is dan een geheel onbewezen meening van Haeckel en zijn aanhangers. De ongegrondheid dezer meening blijkt ook wel hieruit, dat — ware zij juist — apen als hooger ontwikkelde menschen zouden moeten beschouwd worden, wijl b.v. een orang-oetan gedurende zijn embryonale ontwikkeling een tijdlang op een mensch gelijkt en dus een mensch tot voorouder zou moeten gehad hebben.