Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Bijbelvertalen

betekenis & definitie

Wie gelooft, dat de Schrift Gods Woord is en dat zij door ieder moet worden onderzocht, is van zelf overtuigd, dat zij moet worden vertaald. De eisch kan en behoeft niet gesteld, dat ieder den Bijbel in het oorspronkelijk leest.

Nu is practisch bij de meeste gekerstende volken de Bijbel vertaald, zonder dat men zich rekenschap had gegeven, aan welke eischen een vertaling behoort te voldoen. Weinig was het ook, wat de Dordtsche Synode aan de Statenvertalers voorschreef.

Evenwel dit doet juist zien, dat de voorschriften doorgaans komen, wanneer de bestaande vertaling niet meer voldoet en gearbeid wordt aan een nieuwe. Eerste eisch is altijd weer getrouwheid, waaronder echter de duidelijkheid niet mag lijden.

Er is geen moeilijker ding dan om hier de juiste verhouding te vinden. Om die te kunnen vinden moet de vertaler de grondtalen der Schrift volkomen machtig zijn, maar ook ingedrongen zijn in den geest der Schrift, de taal, waarin hij overbrengt geheel beheerschen en op de hoogte van karakter, ontwikkeling enz. van hen, voor wie hij vertaalt.

Moeilijk is ook immer de vraag, moet er een nieuwe vertaling komen of moet de oude herzien. Het hangt er van af, hoe oud de bestaande is en wat er aan haar ontbreekt.

Voor deze en tal van andere vragen, zie F. W.

Grosheide, Bijbelvertalen, Amsterdam, 1916.

< >