I. In eigenlijken zin zoo veel als verontreinigen.
II. Zeer vaak in figuurlijken zin: van zedelijke bevlekkingen in ’t algemeen (2 Cor. 7 : 1). Judas 23 in’t bijzonder van grove zonden; ontucht (Ezech. 18 : 6, 11, 15; Openb. 14 : 4), moord (Ps. 106 : 38; Jes. 59:3), leugens en andere zonden der tong (Jac. 3 : 6), handelen tegen het geweten (1 Cor. 8 : 7).