is de naam van het behandelen van de lijken van mensch en dier op zulk een wijze, dat ze langer of korter tijd bewaard blijven voor ontbinding. In de oudheid waren vooral de Egyptenaren beroemd om hun balsemen en in Egypte zijn ontelbare mummiën d.w.z. gebalsemde lijken van menschen en heilige dieren gevonden.
Het balsemen geschiedde niet altijd op de zelfde manier. Men deed het in de eene periode en in de eene streek anders dan in een andere.
Bovendien bestonden er meer en minder kostbare methoden. Bij de beste wijze werden hersenen en ingewanden uit het lichaam verwijderd en in afzonderlijke vazen (kanopen) gedaan.
Daarna werden de lichamen gedurende geruimen tijd in een vloeistof gelegd, nitron geheeten. Vervolgens wond men het lijk in lange windsels, terwijl het daarna in een soort kist werd geborgen, welke dan weer in een tweede kist werd geplaatst.
Het geheel kwam in een steenen doodkist of sarcofaag. Deze sarcofaag werd naar het graf Het balsemen geschiedde door een bepaald gilde van personen en was aan allerlei regelen en godsdienstige handelingen gebonden.In de Schrift lezen we, dat Jacob en Jozef werden gebalsemd; dit zal op de wijze der Egyptenaren zijn geschied. Misschien hebben de Israëlieten in later tijd de lijken van hun koningen gebalsemd, althans zoo zou kunnen worden verstaan, hetgeen we lezen van Asa (2 Kron. 16 :14). De vrouwen, die naar het graf van Jezus gingen met specerijen, hadden op zijn lichaam een handeling willen toepassen, die in de lijn van balsemen, voor bederf bewaren, ligt.
In den tegenwoordigen tijd wordt weinig meer gebalsemd. Hoofdzakelijk lichamen van vorstelijke personen, beroemdheden, lijken, die over langen afstand moeten worden vervoerd. Men heeft thans verschillende methoden, volgens welke het gestorven lichaam zeer lang tegen bederf kan worden gevrijwaard.