(Jes. 15:2). Volgens Luther de naam van een plaats in Moab, waar een hoogaltaar stond.
Nieuwere verklaarders van den Bijbel meenen, dat het een verkorting is van Beth-Diblathaim of Beth-Peor of Beth-Baäl-Meon. Het allerwaarschijnlijkst is, dat het een bijstelling is van de beteekenis van huis of tempel.
Men zou dan Jes. 15 : 2 aldus moeten lezen: men gaat opwaarts naar den tempel en Dibon (stijgt af) naar de hoogte, om te weenen.