Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Askalon

betekenis & definitie

of Asklon, een der vijf bondssteden der Filistijnen, voor den stam Juda bestemd (Joz. 13 : 3), en door dezen met Gaza en Ekron (Richt. 1 : 18) veroverd, maar reeds (3 : 3) niet meer in zijn bezit. Zij moest ook (1 Sam. 6 : 17) door de gaven der gouden spenen Jehovah’s oppermacht erkennen en zich (Richt. 14 : 19) door Simson laten verootmoedigen ; toch bleef zij jegens Israël vijandig gezind (2 Sam. 1:20), en hoogmoedig als weleer, zoodat zij door den profeet Amos (1:8; Zef. 2:4; Zach. 9:5; Jer. 25 : 20; 47 : 5, 7) vaak bedreigd werd.

Oudtijds was Askalon beroemd door de eeuwenoude aanbidding van Afrodite in het beeld van den vrouwelijken vischgod Derketo, alsmede om haar specerijen, bovenal om haar uien, die van daar den naam ascaloniae escalottes, sjalotten dragen.

Jonathan, de Maccabeër, veroverde de stad (1 Macc. 10 : 86; 11 : 60; 12 : 33). Herodes de Groote betoonde aan deze plaats, als zijn geboorteplaats, bijzondere gunst en liet haar met prachtige gebouwen versieren. Later werd zij de residentie van zijn zuster Salome. Bij de kruistochten was zij de meest versterkte stad van geheel Syrië, totdat sultan Bibar (1270) de vestingwerken verwoestte en de haven sluiten liet. Pas onlangs, sedert 1815, heeft men onder bergen van zand haar reusachtige muren en prachtvolle ruïnen gevonden, welke voor alle steden aan de kust bouwstoffen leveren. De stad ligt rechts, d. i. ten Noorden van de monding der Sinsin, gedeeltelijk door rotsen omgeven. Hier is thans bij een klein dorp Dschura het door Ibraïm Pascha aangelegde station Askulan, dat bestemd was tot een hoofdwapenplaats (1832), maar de nieuw gebouwde stad is geheel vervallen.

< >