Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Asdod

betekenis & definitie

In het Grieksch Azatos, de meest Noprdelijke der 5 steden van de Filistijnen, welke Jozua (Joz. 15:47) aan den stam Juda had toebedeeld, maar die niet veroverd werden (Joz. 13 : 3). Als de zetel van den tempel van Dagon, bekwam Asdod eerst de aan de Israëlieten ontroofde arke des verbonds (1 Sam. 5:1), maar ontving ook kastijding hiervoor van Israëls God, in de verbreking van den afgod en in de plagen (6 : 17).

Als Salomo (1 Kon. 4 : 24) zijn rijk tot over de grenzen van het meer Zuidelijk gelegen Gaza uitbreidde, was hem ook Asdod onderworpen, en nadat het zich had vrijgemaakt (2 Kron. 26 : 6) werd het door Uzzia weer veroverd. De profeten bedreigen vaak deze overmoedige stad met Goddelijke gerichten (Amos 1:8; 3:9; Zef. 2 : 4), ook nog na de ballingschap (Jer. 25 : 20) de overblijfselen van Asdod (Zach. 9 : 6).

De inwoners toch, vaak voor de Filistijnen in het algemeen genoemd, waren met de Ammonieten en Moabieten bijzonder werkzaam tegen het weder opbouwen van Jeruzalem (Neh. 4 : 7), en nog meer gevaarlijk door de huwelijksvereenigingen, welke slechte Israëlieten met hen aangingen (Neh. 13).De bedreigde gerichten werden hoofdzakelijk vervuld door belegeringen en veroveringen, welke deze stad troffen door Tartan, den veldheer van den Assyrischen koning Sargon (Jes. 20 : 1); 100 jaar later volgens den Griekschen historieschrijver Herodotus, door den Egyptischen koning Psammeticus; ook onder de Maccabeën, van welke Judas hier Gorgias sloeg (1 Macc. 4:15), en Jonathan stad en Dagontempel verbrandde (1 Macc. 10 : 77, 84). Het werd eerst later onder den laatsten der Maccabeën door den Romein Pompejus weder vrij en door diens veldheer Gabinus nieuw opgebouwd. In den apostolischen tijd predikte hier Filippus (Hand. 8: 10). Tegenwoordig is Asdod het Arabische vlek Esdud, H/2 uur van de Middellandsche zee, ten Zuidwesten van Jeruzalem, op een grasrijke hoogte in de richting van Askelon. Wanneer eenige oude schrijvers het aan-de-zee-liggend noemen, dan is het vermoeden niet onwaarschiijk, dat Asdod even als Gaza en Jamnia een bijzondere havenplaats aan de zee had. De omstreken, weleer aan zeldzame bloemen en vruchten zoo rijk en om hare groenten beroemd, zijn thans vol zand, dat aan den oever tot groote heuvels opgehoopt, van jaar tot jaar meer landwaarts in voortgaat.

< >