Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Antonius Thysius

betekenis & definitie

op 9 Augustus 1565 te Antwerpen geboren, overleed te Leiden op 7 November 1640. Hij studeerde te Leiden (1580) en kwam 5 October 1582 te Genève, waar hij 28 Maart 1583 werd ingeschreven.

In 1584 volgde hier de tweede inschrijving. Vervolgens trok hij naar Lausanne, Bern, Zurich, Straatsburg en Heidelberg, waar hij 3 Juni 1585 werd ingeschreven.

Ook toog hij naar Oxford en Cambridge (1589). In 1590 predikte hij gedurende eenige maanden te Haarlem.

Daarna kwam hij in Leiden (12 Februari 1591), van 1591—1594 was hij in Duitschland, van 1594—1595 hulpprediker in Amsterdam en van 1596—1600 in Frankrijk. Den 16den Augustus 1601 werd hij op aanbeveling van Gomarus hoogleeraar in de Theologie te Harderwijk, waar hij eenige geschriften tegen de Arminianen schreef.

Als ouderling van Harderwijk verscheen hij meermalen op de Geldersche Synoden. In 1618 toog hij naar de Synode van Dordrecht.

Hier werd hij tot een der secundi-vertalers en herzieners van den Bijbel benoemd. Den 10den December 1619 werd hij hoogleeraar in de Theologie te Leiden, waar hij een inaugureele rede hield de sancta Theologia eusque studio capessendo.

Hij las met de studenten in 3 jaren heel het Oude Testament.

Hij was een naar den vrede strevende contra-remonstrant.

De Curatoren heetten hem later: professor famosissimus. Met zijn collega’s leefde hij in goeden vrede.

Zij hebben steeds in goede harmonie samengewerkt. Hun eenheid werd duidelijk gedemonstreerd in de Synopsis purioris Tfieologiae, disputationibus quinquaginta duabus comprehensa ac conscripta.

Thysius muntte door een sterk geheugen uit. Superieur was hij in ’t Hebreeuwsch en in de Kerkgeschiedenis.

Trigland hield de lijkrede. (Zie over hem: Dr A. Eekhof, De theologische faculteit te Leiden in de 17de eeuw, Utrecht 1921, register in voce; H. de Vries, Genève pépinière du Calvinisme Hollandais, tome I, Fribourg, 1918; H.

Kaajan, De Pro-acta der Dordtsche Synode in 1618, Rotterdam, 1914, bl. 130, 131, 140, 289, 290, 293; H. Kaajan, De Groote Synode van Dordrecht, Amsterdam, 1918, bl. 57 en 58; C.

Sepp, Het Godgeleerde Onderwijs in Nederland gedurende de 16e eu 17e eeuw, dl I, 1873, bl. 171—178; dl II, 1874, bl. 28v.v.).

< >