Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Antonie Niermeijer

betekenis & definitie

Geboren 2 September 1814 te Vlaardingen, overleden 10 April 1855, studeerde te Leiden en werd 9 November 1837 candidaat tot den Heiligen Dienst. In den tijd dat hij wachtte op een beroep, schreef hij een verhandeling over het booze wezen in het bijgeloof onzer natie. 5 Juli 1840 werd hij predikant te ’s Heer-Arendskerke, waar hij zich druk bezig hield met de beoefening van mythologie en folklore.

In zijn door het Haagsche Genootschap in 1846 bekroonde verhandeling over den brief aan de Efeziërs vond hij aanleiding afzonderlijk de kritiek der Tubingsche school ter sprake te brengen. Na de bekroning van een tweede prijsvraag door hetzelfde Genootschap over de Johanneïsche schriften verleende de Senaat te Leiden hem 14 October 1850, het doctoraat honoris causa.

Op zijn tweede standplaats Wemeldinge bleef hij slechts kort (7 November 1852—begin 1853), wegens zijn benoeming tot hoogleeraar te Leiden. Nog geen twee jaar later nam de dood hem weg.

< >