Op 1 October 1847 werd Annie Wood geboren. In het opgroeien bleek zij van een merkwaardigen fantastischen aanleg te zijn, met een neiging naar het mystieke.
Zij studeerde o. m. theologie en trad in 1867 in het huwelijk met Rev. Frank Besant, hopende daardoor nog te meer in de geestelijke dingen te kunnen bezig zijn en eerst recht haar religie te zullen beleven.
Dit liep echter op teleurstelling uit, zoodat zij omsloeg in het andere uiterste en na een periode van twijfel kwam tot volslagen atheïsme. In 1873 werd haar huwelijk reeds ontbonden, onttrok zij zich aan de kerk en kwam een keerpunt in haar leven (ze heeft het zelf beschreven in Art Autobiography).
In het openbare leven verdedigde zij nu de vrijdenkerij en op politiek gebied het radicalisme. In gemeenschap met Charles Bradlaugh, dien zij door haar optreden ook in het parlement bracht, heeft zij tot 1884 zich zeer ingespannen voor haar propaganda, totdat er opnieuw een keer in haar leven kwam.
Zij werd, politiek gesproken, nu van radicaal socialistisch en ging thans samenwerken met W. F.
Stead. En op geestelijk gebied deed de aanraking met Mevrouw Blavatsky, waarin zij kwam, haar overgaan tot de theosofie.
Na den dood van laatstgenoemde verving zij deze als leerares (1891), hoewel zij nog slechts enkele jaren zich bij deze beweging had aangesloten.
Na Olcott’s dood (1891) aanvaardde zij het praesidium der Theosofische Vereeniging.
Later is daarin een scheuring gekomen, tengevolge waarvan er nu twee concurreerende theosofieën zijn, die van Annie Besant en van Katherine Tingley. Het hoofdkwartier van Annie Besant is te Adyar bij Madras (in Britsch Oost-Indië), dat van K.
Tingley in Point Lorna (Californië).Ontzaglijk veel heeft Annie Besant gesproken en geschreven in de verschillende perioden van haar leven, en tallooze propagandareizen gemaakt, waarop ze ook Nederland herhaaldelijk bezocht. In 1898 stichtte zij te Benares het Central Hindu College, dat een menging der Westersche beschaving met het oude Hinduïsme beoogt. Haar boeken zijn zeer leesbaar en toonen, dat zij der theosofie een dogmatiek wist te geven. Deze is een zonderlinge vermenging van Oost en West, van fantasie en intellectualisme.