Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Agenda

betekenis & definitie

Agenda is een Latijnsch woord, dat eigenlijk beteekent: wat gedaan moet worden. Op kerkelijk terrein is de beteekenis dus: wat in de kerk behoort gedaan te worden m. a. w. hoe de eeredienst en alles wat daarmede in verband staat moet uitgeoefend worden.

Het is duidelijk, dat het antwoord op de vraag, hoe de eeredienst moet ingericht worden, afhangt van de beschouwing, welke men heeft over het karakter van de kerk en vooral van de regeering der kerk. De Roomsche kerk legt van boven af (dat brengt haar hierarchisch beginsel mede) de agenda op.

Deze wordt doorgaans in haar midden anders genoemd. Zij spreekt van missale, rituale, enz.

De Lutherschen hebben agenda, die ook opgelegd zijn. Dat staat in verband met de beschouwing, welke zij hebben over de verhouding van kerk en staat.

De landsvorst is in de Luthersche .kerk degene, die voor de inrichting van den godsdienst zorg draagt. Cujus regio, eius religio, dat wil met andere woorden zeggen: wie heer is in het land, zet den godsdienst naar zijn hand.

De Gereformeerden willen van deze inmenging van de overheid in kerkelijke zaken niets weten. Zij spreken dan ook niet van kerkelijke agenda, maar van kerkenordening.

En deze kerkenordening wordt bij de Gereformeerden door de kerken zelve in haar synodale samenkomsten vastgesteld, omdat volgens hen de kerk ook het recht heeft, om te bepalen hoe de dienst in al zijn onderdeelen moet geoefend worden. De bemoeiing van koning Willem I is dan ook geen Gereformeerde actie geweest, maar een nadoen van de Duitsche methode.

Willem I gaf, al gelooven wij met de beste bedoeling, een kerkelijke agenda, wat geheel en al in strijd was met de Gereformeerde beginselen.

< >