„Dal der droefenis”, het dal, waar Achan, omdat hij door zijn diefstal van den buit, die aan den Heere was gewijd, het volk bedroefd had (Joz. 7 : 25), gesteenigd werd. Het maakte (Joz. 15 : 7) de Noordelijke grens uit van den stam en lag, volgens Hieronymus, een weinig ten Noorden van Jericho aan de helling van het Jordaandal.
In den tijd des heils zou deze plaats der smart ook een plaats van zegen worden, volgens Jes. 65 : 10 een runderlegerplaats, naar Hos. 2 : 14 een deur der hoop. Achor is wellicht het tegenwoordige Wadi-el-Kelt of Wadi-Hadrur.