Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Abisal

betekenis & definitie

Neef van David, van zijn halve zuster Zeruja, Joabs broeder (1 Kron. 2 :16), een moedig held, die David des nachts tot in Sauls leger vergezelde en Saul wilde doorsteken (1 Sam. 26 : 8) ; met Joab sloeg hij Abner (2 Sam. 2 : 24) en nam aan diens vermoording deel (3 : 30); hij overwon de Ammonieten, die met de Syriërs tegen David streden (10 : 10—14) en den vluchtenden Simei' het hoofd wilden afslaan (16 : 9); als veldhoofdman was hij over een derde deel van het leger tegen Absalom geplaatst (18:1), joeg den oproermaker Seba op de vlucht (20 :6,10), redde David uit de hand van den reus Isbi (21 : 16 v.); met Joab (Ps. 60 : 2) sloeg hij 12000 Edomieten in het Zoutdal en bracht Idumea onder Davids heerschappij (1 Kron. 19 : 12 v.). Hij was de voornaamste in het klaverblad van Davids helden en heeft met eigen hand 300 vijanden gedood (2 Sam. 23 : 18; 1 Kron. 12 : 20 v.), maar was, evenals Joab, door zijn gewelddadigheden en wraakzucht David tot last (2 Sam. 3 : 39).

< >