Zoon van Davids zuster Zeruja, 1 Kron. 2 : 16, was de bekwame, maar eerzuchtige en eigenmachtige veldoverste van David, 2 Sam. 8 : 16, 20 : 23. Hij overwon Abner, 2 Sam. 3, bestormde Jebus, 1 Kron. 11:6, versloeg de Syriërs, 2 Sam. 10 : 9, de Ammorieten 11 : 1, 12:26v., bewerkte door zijn list aan den verbannen Absalom den terugkeer aan het hof, 2 Sam. 14, maar stelde zich, toen deze aan een ander het opperbevel opdroeg, aan Davids zijde, 17:25v.
Voor daden van geweld schrok hij niet terug. Tegen Davids wil of zonder diens voorkennis doodde hij Abner, 2 Sam. 3, Absalom, 2 Sam. 18, Amasa, 2 Sam. 20 : 1 v.
Hij koos tegen Salomo de partij van Adonia, 1 Kon. 1 : 7, 19; 2 : 22, en werd op Salomo’s bevel bij het altaar gedood, 1 Kon. 2 : 28 v., vg. vs 5.
