I. Een landstreek tusschen den Libanon en den Anti-Libanon, naar de hoofdstad Abila genoemd, tusschen Damascus en Heliopolis aan den stroom Baradas; haar ruïne heet thans Nebi-Abel.
II. Bij de nauwkeurige tijdsbepaling in Luc. 3:1 van het eerste optreden van Johannes den Dooper gegeven, wordt bij de drie vierdedeelen, waarin het rijk van Herodes den Groote vervallen was, Judea, Galilea, Perea, ook de vorst Lysanias van Abilene genoemd, dewijl dit wel niet aan Herodes den Groote, maar aan Herodes Agrippa (j. 44) ook toebehoord had en dus toen Lucas schreef nog als een deel van het Joodsche gebied beschouwd werd. Het was namelijk aan dezen gunsteling van den keizer Claudius gegeven geworden, nadat het vroeger eigen koningen had gehad. III. Dat omtrent 40 jaren vóór Chr. door Josephus een Lysanias genoemd wordt, heeft aan de zoogenoemde nieuwere kritiek gediend om de geloofwaardigheid van Lucas aan te vallen, als zou hij dezen ouderen en eenigen Lysanias valschelijk in den tijd van Tiberius en dus bijna 70 jaren te laat geplaatst hebben. Hier heeft men een klein proefje, hoe die kritiek te werk gaat, want
1°. wordt willekeurig bij schijnbare tegenstrijdigheid aan den gewijden schrijver, die opzettelijk alles nauwkeurig opgeeft, onrecht gedaan, en aan den Joodschen schrijver, die het zoo maar ter loops aanstipt, geloof gehecht;
2°. wordt even willekeurig aangenomen, dat er maar één Lysanias, en 70 jaren later niet nog een andere in Abilene zou hebben kunnen regeeren, terwijl
3°. bij nauwkeurige lezing ook Josephus naar zulk een lateren heenwijst.