Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Ymand van stuurboord tot bakboord zenden

betekenis & definitie

Dat drukt uit, hem van ’t een naar ’t ander zenden, en dus voor ’t lapje hebben. Was dit omgekeert, van bakboord, naar stuurboord, (dat echter van ’t gebruik lichtelijk kan geschied zyn,) ik zoude denken op dit zonderling en gedenkwaardig betoog van de goddelijke wraak over brooddronken dertelheid: Stavoren, ouds tyds de Hoofdstad van Vriesland, klom door den koophandel tot zulk een rijkom en luister, en daar door tot zulk een weelde, dat de borgers genoemt wierden de verweende kinderen van Stavoren.

Een rijke Weduw zond een schip met koopmanschappen naar Dantzig, en belaste den schipper de beste waaren van daar weder te brengen. De Schipper bevrachte zyn schip met terwe, denkende dat hy dus zijnen last wel naquam, en bragt die naar huis. Hier over was die Weduwe zo misnoegt en vergramt, dat zy den schipper vraagde, aan wat zyde van ’t schip hy die terwe had ingeladen? Zijne andwoord was, aan bakboord. Werpt die dan, zeide zy, aan stuurboord in de zee. ’t Wierd dus gedaan: maar straks groeide daar zulk een zandplaat, dat de haven gestopt, en alle scheepvaart t’eenemaal benomen wierd, zo dat men eer lang Stavoren in Stavoren moest zoeken. Op dat zand wasschen jaarlijks noch airen, die schoon in ’t oog, maar zonder eenig graan zyn, als een gedenkteken van dat goddelijk oordeel. Men heeft my zodanige wel vertoont. Hier in is dan een weergade van Sodomss appelen.

< >