Dit drukt uit, te maken dat hy weg is, ook door hem ’t leven te benemen. Kant is een hoek; of zijde, en betekende in de oude taal mede een gewest, dat in eenigen hoek van een landschap lag.
In dien zin is by de Zwitzers het woord Kanton noch gebruikelijk. Men helpt dan van kant, dien men van daar weg doet. Zo zeiden de Hebreen, Ymand uit het midden weg doen. Anders helpe men ook van kant, die men van den wal in de sloot, of t’scheep, en te water helpt; hoedaanige wel om een luchtje geraken, wanneer zy zich niet wachten voor de gyp, en geen reefje by tijds konnen inbinden.