Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Wie kan ’t al denken?

betekenis & definitie

Dit liet zeker Dorpprediker op de Hooge Veluwe boven zynen predikstoel schryven. Wie ondervind de waarheid daar van niet in zich zelven? Het blykt my ook in deze Spreekwoorden.

Na dat de voorige waren afgedrukt, viel deze Nalezing noch in myne gedachten. Ik heb’er die by gevoegt, om niets achter te houden; uitgezondert zulke, die ik opzettelyk om redenen verzwegen heb. Kundiger Liefhebbers mogen dat geene, ’t welk zy meer en beter dan ik van deze stoffen gedacht hebben, ook aan de wereld mededeelen. Plus vident oculi, quam oculus, twee, of veel oogen, zien meer den een. Hier mede maak ik van deze Nalezing ook een

< >