Dat wil zeggen, ’t is naar de oude wijze, zo als doe men onder de oude wet leefde. Byzonderlyk past men dat toe op fatzoenen in kledinge, enz.
Maar wat wet? Speelt dit op het O. T. Heb. 8: 13? Of ziet dit op het spreekwoord: Nieuwe Heeren, nieuwe wetten? Maar waarom zegt men dus ook niet, Nieuwerwets? ’t Belieft het gebruik niet dus te spreken, maar wel van de oude, en nieuwe mode. Doch de nieuwe mode heeft doorgaans meerder kracht, dan eenige wet.
Indien eene wet gebood zulk eene klederdragt, als de mode invoert, tot zo veele kosten, ongemak, krenking der gezondheid, mismaaking der lichaamen, enz. hoe wederbarstig zou men daar tegen opstuiven? Nu volgt men alles, en ’t word voor fraai gekeurt, wat de mode is. By voorbeeld, hoe zoude men noch voor korte jaaren gelachen hebben, met een Juffer, wiens gehoepte rok, tot zo veel ballast, schier eene straat in de breedte besloeg? Nu zyn zommiger lichaamen nauwelyks evenredig, om klepels in zulke klokken te wezen.