Dit is genomen uit de gewoonte, dat men wanneer ymand niest, den hoed afligt, en zegt, God zegene u, of wel bekomen het u. Ziet hier voor het spreekwoord Wel bekome ’t u. bladz. 16.
Dit pleegt te geschieden van alle, die daar by tegenwoordig zyn; maar uit een enkele sleur van borgerlijke beleeftheid: gelijk men zegt, Mijn Heer uw ootmoedige dienaar. Men plaatze deze niesvrienden by de tafelvrienden. Met waarheid word ook gezegt: ’t Zyn niet alymands vrienden, die op hem lachen.