Hier van heeft men deze fabel. Een kat maakt een groote slagting onder de muizen.
Die piepende gemeente hield een breeden Raad, wegens middelen tot haare behoudenis, tegen zulk een gevaarlyken vyand. Hier was goede raad duur. Een eerwaardige en van ouderdom gryze muis sloeg voor, dat men de kat een bel zoude aanhangen, op dat zy door het klinken over al verraaden wierd, en de muizen zich daar voor zouden konnen hoeden. Dit wierd van die aanzienelijke Vergadering wel goedgekeurt: maar de zwaarigheid was, Wie zal aan die kat de bel aandoen? Niemand der meeldieven wilde dat hachelijk werk op zich nemen; en dus bleef de kat zonder bel, en beloerde de muizen als te vooren. Dit word aardig toegepast.