Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Leer weven, zo kont gy een ambacht

betekenis & definitie

Zo zegt men jokkende. Maar ten onrechte is het ambacht der wevers tot een spreekwoord, en in kleinachting geraakt.

Immers spannen de wevers de kroon, als zy 'er hun gaaren op winden. Zonder wevers moest men zonder hemd loopen; en dan zoude niet meer waar zyn, ’t Hemd is my nader, dan de rok. Ja die beide zouden wel even verre wezen; en de wereld zou dan vol geleerde lieden geraken; zo dat de oude dragt van Adam en Eva, na de schorten van vygebladeren, weder de nieuwe en algemeene mode zoude zyn. Doch de oude spraken noch van een gemakkelyker ambacht: dat was met den bedelzak loopen. In dat laatste gilde komen ook wel, die hunnen meester te vroeg ontloopen zyn. Zekerlyk een goed wever kan dikwyls den kost beter winnen, dan een broddelmeester van zeven vrye konsten. Het weven heeft nu het zelve lot met het spelen op de lier, dat ouds tyds zelf van Koningen tot vermaak geschiedde; maar nu voor gemantelde bedelaars, tot broodwinning, gelaten word. Op die zelve wyze plagten Koninginnen, en de grootste Mevrouwen, wel te weven. Vergelykt Spreuken 31: 19, 24. Zo grillig veranderen de menschen en tyden! Maar wat wezentlyke betoogreden konnen de Natuurkundigen geven van dat spreekwoord, ’t geen men gebruikt als de kaars een duister licht van zich straalt: Zy brand als of’er een wever vryde. Dit zal op die zelve wiskundige gronden steunen met dat andere:'t Zal regenen: want de ketelboeters, of zeefkramers, loopen. Zoude het niet zyn, om dat wevers hunne vryagien zelden verrichten, daar men dikke kaarssen, van vier in een pond, brand? Ik zoude echter meer staat maken in de natuurgeheimen op deze voorzegging van dien Sterrekyker: 't Zal regenen, want de goot stinkt, al wilde ymand dit voor neuswysheid schelden, en schoon men dit niet vind in den Italiaanschen Waarzegger van Don Antonio Magino, achter den Almanach. Dus ziet men ook al dikwyls bewaarheid: Kinderen die met vuur spelen, pissen in ’t bed. Doch of deze uitwerking van die oorzaak komt, laat ik aan ’t onderzoek der langbaardige Filosofen. Men voege hier by den raad, die een schooljongen gaf aan zynen makker, om zyn verlooren boek weder te krygen: Eet salade, en ziet om, dan zult gy het vinden. Dus had hy zelf zyn gemist boek, omkykende, in ’t oog gekregen. Dit, dacht hy, was probatum est, en zoude die zelve uitwerking ook in andere hebben. Doch dus zoude men wel van den text der wevers geraken.

< >