Te weten, niet dat de boter zo duur bleef, maar dat dat pond zo lang duurde. Dan zoude men voor tien stuivers ’tgansche jaar door boter hebben.
De ouden zeiden: ’tIsgoed te hooren, dat de boter wel geld. Voor geld koopt men de boter. Van een onbezorgden zegt men: Hy vraagt ’er niet na, wat de boter geld. Maar veel vlaggen, luttel boter.