Hier mede komt overeen: Ymand een fleem geven. Zoete vleyredenen worden by gelijkenis honing genoemt.
Doch zulke flemmers behooren mede tot de rolle der leugenaars en bedriegers. De Hoogduitschen drukken dit spreekwoord voller dus uit: Honig om den mond, en drek daar in smeeren. Dus zeiden ook den ouden: Honig in den mond, en een scheermes aan den riem. Vergelijkt Spreuken 26: 23.