Dat is, bedriegeryen, slinksche streeken. ’t Is waar, dat honger en armoede dikwyls de moeder van konsten en nuttige uitvindingen zyn geweest: maar menige worden daar door tot quaade vonden en handelingen aangedreven, Spreuk. 30: 9. Armoede zoekt list, daar de ryke niet van en wist.
Daar zyn’er egter, die zo ligtelyk voor geen hongersnood te vreezen hebben, volgens dat oud spreekwoord: Een Bagynen Pater, een visschers kater, en molenaars haan, als deze drie van honger sterven, dan zal de wereld vergaan. Hier mede stemde over een: Alle ding zal blyven als ’twas, ’t Bagynken zal spinnen vlas, en Paterken drinken uit het groote glas.