Dit zegt men tot ymand, die straks iets gist gelyk het is. ’t Vermaak van raadzels bestaat daar in, dat veele die in langen tyd niet konnen oplossen, en daar naar verkeerdelyk gissen. Dit word afgesneden van die het terstond raad.
Hier om zeggen de kinderen, als zy malkanderen raadzeltjes uitgeven: Die ’t weet, moet het zwygen.