Dit spreekwoord word toegepast op ymand, van wiens gezelschap men zich geerne ontslaan zoude: gelyk wanneer een schipper, onder andere reizigers, b. v. een luisbos t’ scheep heeft. Zo bederft een rotte appel de geheele mande,en een schurft schaap besmet de gantsche kooi.
Doch die den Droes't ’scheep heeft, moet’er meê overvaren. Hy zie toe, dat hy hem werk geve, en nooit het roer toevertrouwe. Anders zegt het spreekwoord: Ontzeg geen vracht, eer de schuit vol is.