De zin hier van is, ’t is van hem, hy is daar van de uitvinder en aanstooker. De gelijkenis is ontleent van de pijlkokers der ouden, waar uit schichten getrokken en geschoten wierden.
Zo heeft ymand pijlen op zijnen koker, die van wapenen en vonden voorzien is. Maar waarom word glimlachen genoemt kokermuilen? Die ’t weet, mag het zeggen. Met het eerste stemt overeen: Dat is in zyn winkel gesmeed.