Dat wil zeggen, ’t is bondig bewezen en vastgestelt. Men verhaalt dat die geachte Leeraar in ’t Pausdom, Thomas Aquinas, eens mede zat aan de tafel des Koninge van Vrankryk.
Hier was hy een geruimen tyd zonder eeten en drinken, met een diep stilzwygen, als in eene opgetogen verrukking. Ondertusschen hield hy zyne gedachten ingespannen met het wederleggen van de dwaalingen der Manicheen. Dus peinzende komt hem een klemmend betoog voor. Hier op ontspringt hy als uit een diepen slaap, klopt met de vuist op de tafel, zonder acht te geven waar en by wie hy was, en riep met blydschap uit: Conclusum est contra Manichaeos. Zo juichte eens Archimedes: Ik heb ’t gevonden.