Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Als hy lacht, dan sneeuwt het roozen

betekenis & definitie

Dit zegt men van een stuurschen zuurmuil. Zulk een vriendelyk lachebekje was de Romein Crassus, van wien men leest, dat hy maar eens in zyn leven heeft gelachen.

Dit was wanneer hy eenen ezel zag distelen eeten. ’t Was, Similes habent labra luctucas, zulke lippen, zulke salade. Dat lachen maakte hem belachelyk meer dan den ezel. Risum teneatis amici. ’t Liep hooger met dien Philemon; die zich te bersten lachte, om dat een ezel in zyn aanzien de vygen, die voor hem zelf gebragt waren, had opgesnoept. Hier op beval hy den ezel ook een beker wyn te schenken. Was dat geen reden om zo te lachen! ja zich dood te lachen? Men zegt van een staatigen Kato: Hy lacht te hooi en te gras, dat is goelykjes tweemaal ‘s jaars. Wil men een jonger voorbeeld van zulk eene stemmige staatigheid? Men zegt dat Koning Philippus de II. van Spanje zich nooit een lachje liet ontglippen, dan op ’t hooren der tyding, hoe euvel de Nederlanders met den Hertog van Anjou uitgevallen waren. Dus verhaalt de Heer P.C. Hoofd in ’t XX Boek zyner Nederlandse Historien.

< >