Signalen die voor beide tegenspelers wel interpreteerbaar zijn maar voor de leider niet. Bij het gebruik van sluiersignalen wordt de wijze van signaleren afhankelijk gemaakt van een bij beide tegenspelers bekend gegeven, bijvoorbeeld het bezit van een bepaald aantal kaarten in een kleur.
Voorbeeld:Zuid speelt 3SA en krijgt ♣2 uit. Hij kan het contract maken door ♥H eruit te snijden. Zitten de klaveren echter vier-vier dan is het veel veiliger om in de ruitenkleur drie slagen te ontwikkelen. Als oost-west altijd met de derde of vijfde van boven starten, weet zuid dat deze kleur vijf-drie verdeeld is. Oost-west hebben echter afgesproken dat zij alleen met de derde of vijfde van boven starten als ze in een bekende andere kleur (in dit geval harten) een even aantal kaarten hebben en dat ze anders met de vierde van boven uitkomen. Omdat zuid in de bieding een vierkaart harten heeft getoond weet oost na het opengaan van de dummy hoeveel harten west heeft en dus hoe hij de start moet interpreteren. Zuid daarentegen blijft in het ongewisse.