Geb. Haarlem 5 juli 1773, overl.
Zwolle 30 september 1853. Woonde tot 1826 in Haarlem, waar hij als kunstverlakker werkzaam was, vestigde zich in 1834 te Zwolle, waar hij direkteur van het Tekencollege werd. Medewerker van P. Barbiers Bzn (III). Heeft landschappen geschilderd en getekend; tevens etste en graveerde hij. Gaf les aan G.
Meijer en S. H. Serné.Tentoonstellingen Haarlem 1825, Amsterdam, Den Haag, Zwolle en Leeuwarden 1814-1853: landschap met bomen; landschap bij Haarlem; gezicht in de Haarlemmer Hout; gezicht op de Grote Markt te Zwolle; enkele duinlandschappen; gezicht te Heemskerk; maanlandschap; gezicht bij Beesd; gezicht op een veerhuis aan de Linge; diverse bosachtige landschappen.
ZWOLLE -Provinciaal Overijssels Museum: een landschap; de Grote Markt (1848).
Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 19/0; Thieme-Becker; Van Hall port. ; Waller; Wurzbach.