Geb. Amsterdam ged. 12 mei 1737, overl.
Londen februari 1793. Legde zich toe op het tekenen van landschappen in water- en dekverf en in O.I. inkt. Een korte tijd schilderde hij landschappen; richtte in 1764 te Haarlem een behangselfabriek op en was daarin tot 1769 werkzaam. Werd daarna medebestuurder van de Haarlemse tekenakademie en vertrok in 1775 samen met W. Hendriks naar Londen; keerde in hetzelfde jaar terug en vestigde zich te Leiden. Heeft ook geëtst; o.a. bestaat er van zijn hand een ets van het kasteel te Wijk bij Duurstede.
Gaf les aan C. Apostool, E. van Drielst, G. Grijpmoedt, D. J. van der Laan, L. Overbeeck en B. H. Thier.AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (vml. museum Fodor): tekeningen, w.o. een dorp in de winter; landschap met schaapskooi; dorpsstraat naar J. van Ostade; enz. -Rijksprentenkabinet: tekeningen. HAARLEM -Frans Halsmuseum: de Grote Markt te Haarlem; vogelnestje in korenveld. -Teylers Stichting: verschillende landschappen getekend in dekverf, LEIDEN -Rijksprentenkabinet: drie tekeningen, w.o. een hooischuit bij een dorp. -Stedelijk Museum De Lakenhal: een complete kamerbeschildering, met de hop- en graanoogst, landschap met boerderij, de Graanmolen bij de Rijnsburgerpoort, interieur van een brouwerij, de korenschuur; gezicht op een brouwerij, drinkende kinderen (het eerste stuk is gemerkt: H=Meijer fecit). OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: twee tekeningen. ROTTERDAM -Museum
Boymans-van Beuningen: enige tekeningen. ZWOLLE -Provinciaal Overijssels Museum: wandschilderingen (gem. J. Meijer 1775).
Immerzeel; Kramm; Marius; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Voorloopige lijsten der Nederlandsche Monumenten III en VII; Waller; Wurzbach.