Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Thier

betekenis & definitie

Barent Hendrik (Bernhard Heinrich); geb. Ludinghausen (Munster) ca. 1740, overl.

Leiden 29 juni 1811. Leerling van zijn broer E. Thier (glasschilder), van P. Barbiers Pzn en van H. Meijer. Was aanvankelijk glazenmaker te Amsterdam en legde zich later toe op het schilderen van behangsels.

Bezocht de behangselfabrieken in Amsterdam, Haarlem, Leeuwarden, Leiden (1776) en Den Haag (1777), vestigde zich daarna voorgoed te Leiden. Schilderde eerst bloemen en vruchten, later meer landschappen, maakte tevens een groot aantal tekeningen, meestal in O.I. inkt, in de trant van Paulus Potter; heeft ook enige etsen gemaakt (veestudies). AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: tekeningen, DELFT -Gemeentearchief: tekeningen. -Stedelijk Museum Het Prinsenhoftekeningen in O.I. inkt, gem. H. Thier (ged. van 1761-1784). LEIDEN -Rijksprentenkabinet: ± 50 tekeningen, w.o. landschappen en studies van figuren en vee, tevens een aantal aquarellen: bloeiende en rijpe boekweit, haver, rogge, gerst, tarwe, vlas, enz. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: enige tekeningen, tw.: herder met schapen (potlood); koeien in een landschap met beek en molen (potlood) ; melkbocht met kerktoren op achtergrond (potlood); melkbocht (potlood); bosweg met beek (pen en aquarel).

Immerzeel; Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >