Geb. Zutphen 4 juli 1848, overl.
Rotterdam 5 november 1913. Leerling van W. v.d. Worp en later (1872) van J. W. F. Kachel enj.
Ph. Koelman. Van 1880-1881 leerling van de Rijksakademie te Amsterdam olv. A. Allebé en B. Wijnveld.
Van 1874-1880 werkzaam in Arnhem, in 1882 vestigde hij zich te Rotterdam als tekenleraar aan een H.B.S. Schilderde portretten, stillevens en landschappen. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan H. F. Boot, J.
C. L. Landré, J. Tielens en H. Willebeek le Mair.Tentoonstellingen te Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, enz. van 1879-1903: landschaptekeningen; veel landschappen, w.o. bij Wolfheze in Gelderland; stadsgezichten van Rotterdam; stillevens, portretten enz.
HAARLEM -Frans Halsmuseum: midden in de hei.
Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Van Hall port.