wijze van vliegen. Voorwaartse beweging wordt verkregen door de zwaarte van het dier.
Opwaartse krachten ontlenen deze vogels (meeuwen, albatrossen) gedeeltelijk aan de op het vleugelprofiel berustende, heffende krachten; gedeeltelijk aan opwaartse stromingen van de wind langs duinen, bergen; aan thermische stromingen van verwarmde lucht of aan de vertraging die de bij de wind optredende luchtstromingen langs de bodem ondervinden, waardoor beneden het dier een hogere druk heerst dan erboven, ➝ vliegvermogen.
